Ziek zijn of worden tijdens het aanbod
Ziek zijn of worden tijdens het aanbod
EHBO
In coronatijden was het heel duidelijk. Iemand die ziek is, ongeacht corona of een ander ziektebeeld, kan niet mee op kamp/vakantie. Dat wil niet zeggen dat personen met chronische aandoeningen niet mee kunnen, dat wil vooral zeggen dat kinderen, jongeren en/of begeleiders die acute symptomen vertonen misschien beter hun vertrek even uitstellen en wachten tot de ziektesymptomen weg zijn en die zich helemaal gezond voelt. Misschien is dit wel één van de principes die we ook na corona kunnen vasthouden.
Hoe hard je het ook probeert te voorkomen, af en toe worden deelnemers tijdens het kamp of de activiteit ziek. Hieronder gaan we in op wat je dan wel of niet kan ondernemen
Medicatie geven mag NIET zomaar
Medicatie toedienen mag je niet zomaar. Dit is in principe enkel toegelaten aan de bevoegde beroepsbeoefenaars (zoals artsen, verpleegkundigen, …), zoals omschreven in artikel 124, 1°, gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen van 10 mei 2015.
Het is met andere woorden wettelijk bepaald dat enkel artsen en andere medische beroepen een juiste diagnose kunnen stellen, en kunnen bepalen welke medicatie en dosis een persoon nodig heeft. Alle andere personen die op eigen initiatief geneesmiddelen geven, zijn in principe strafbaar.
De wet stelt bovendien dat je aansprakelijk gesteld kan worden als je op gewoonlijke wijze medicatie toedient en hier niet de juiste opleiding voor volgde, zelfs met schriftelijke toestemming en instructies. Op gewoonlijke wijze medicatie toedienen, betekent dat je dit herhaaldelijk, op regelmatige basis doet. Denk bijvoorbeeld aan opvoeders die in het kader van hun beroep meermaals medicatie toedienen.
Mogen we dan geen medicatie geven?
Je mag geen medicatie geven op eigen initiatief. Dat wil zeggen als een kind of minderjarige bij jou komt klagen over bv. hoofdpijn, dan mag jij geen medicatie toedienen op eigen initiatief.
Als een kind echter bv. omwille van een gekende medische aandoening bepaalde medicatie moet toegediend krijgen, dan kan een ouder of voogd hier de toestemming voor geven.
Kies bij voorkeur voor 1 verantwoordelijke (meerderjarige) begeleider om de medicatie toe te dienen en vraag de ouders hun toestemming te geven (bij voorkeur via de medische fiche (link naar stukje medische) waarop minimaal volgende zaken zijn opgenomen:
- naam van het kind
- naam van het geneesmiddel
- dosering
- manier van toedienen
- de einddatum of duur van de behandeling
Als een kind/jongere ziek is, maar geen specifieke toestemming heeft voor het nemen van bepaalde medicatie, dien je niets toe. Probeer dan in eerste instantie vooral om extra rust in te bouwen, te zorgen dat de deelnemer voldoende eet en drinkt (vooral dit laatste is belangrijk om altijd in het oog te houden), enz. Hou de evolutie in het oog.
Als het kind/jongere vervolgens blijft aangeven pijn te hebben of klachten te ondervinden dan ga je met deze persoon naar een huisarts. Je kan ervoor kiezen om ouders of voogd te contacteren en aan te geven dat jullie naar de huisarts gaan. Ouders kunnen dan nog beslissen of ze hun kind graag ophalen en zelf de huisarts bezoeken of dit aan jullie overlaten.
Zorg ervoor dat je na het bezoek bij de huisarts goed moet communiceren met de ouders of voogd. Als dan zou blijken dat medicatie wel noodzakelijk is, dan vraag je ook expliciete toestemming van de huisarts en geef dit ook zeker door aan de ouders, die alsnog kunnen weigeren.
Wat als ouders wel toestemming geven, maar zonder doktersadvies?
Medicatie op doktersvoorschrift kan niet verkregen worden zonder op consultatie te gaan bij een arts. Het is dus vanzelfsprekend dat vóór het gebruik van medicatie op voorschrift van een arts, steeds consultatie bij een arts noodzakelijk is. Dat kan vóór het kamp gebeurd zijn; in dat geval moeten de ouders een verklaring ondertekenen (voorzien van de naam van de medicatie die op kamp toegediend moet worden, alsook de dosis en frequentie), en moeten ze natuurlijk ook de medicatie zelf meegeven.
Als ouders medicatie meegeven op kamp (bijvoorbeeld vitamines en dergelijke) die vrij verkrijgbaar zijn, dienen ze eveneens een verklaring te schrijven waarin ze aangeven welke middelen moeten toegediend worden, wanneer en in welke dosis.
Let op!
Als het kind tijdens het kamp ziek wordt, moet een arts geconsulteerd worden. Die zal zo nodig medicatie voorschrijven die vervolgens bij een apotheek kan worden opgehaald. Vraag de arts expliciet toestemming op papier te zetten voor begeleiding en contacteer vervolgens de ouders of voogd om hen op de hoogte te brengen.
Mag de begeleiding zalfjes smeren?
Zalven (Euceta® tegen insectenbeten, Flexiumgel® tegen verstuikingen, Flamazine®, …) zijn een vorm van medicatie. Ze kunnen bijvoorbeeld een allergische reactie veroorzaken. Er is dus steeds toelating van de ouders nodig (wanneer zij je vragen om een zalf tijdens het kamp te gebruiken bij een deelnemer) of van een arts (wanneer zich tijdens het kamp iets voordoet).
Wat met tieners die zelf medicatie bij hebben?
Minderjarige kinderen die deelnemen vallen onder de verantwoordelijkheid van hun ouders. Dat betekent dat de ouders een schriftelijke verklaring moeten bezorgen wanneer ze medicatie meegeven met hun kind.
Ouders kunnen tevens verklaren dat hun kind de meegegeven medicatie zelf mag bijhouden. Vele kinderen, vooral als het gaat om een chronische aandoening of om medicatie die langdurig gegeven moet worden, gaan hier erg zelfstandig mee om. Het is voor hen vaak ook veiliger te weten dat ze hun medicatie bij zich kunnen hebben (bijvoorbeeld een puffer bij astmapatiënten).
Het is met andere woorden aan de ouders om, als ze dat wensen, expliciet te verklaren dat hun kind de medicatie zelf mag bijhouden. Als deze verklaring er niet is, adviseren we om de medicatie centraal te verzamelen en bij te houden.
Vanaf welke leeftijd mag het kind de medicijnen zelf bijhouden?
Daar staat geen minimumleeftijd op. Jonge kinderen kunnen soms in staat zijn zelf hun medicatie bij te houden. We adviseren om medicatie zoveel mogelijk centraal te verzamelen tijdens een aanbod. Als iemand verantwoordelijk is voor de toediening ervan, is men zeker dat de medicatie effectief werd gegeven (en is het niet vergeten door het kind). Enkel bij expliciete verklaring van de ouders kan het minderjarig kind zelf hun medicatie bijhouden, ook dan kan het goed zijn dat de verantwoordelijke dit wel even controleert of navraagt bij de deelnemer.
Wat als een begeleider ziek wordt en vraagt naar een bepaald geneesmiddel? Is er hier een verschil tussen minder- en meerderjarige begeleiding?
Ja, er is een verschil.
Meerderjarige begeleiders mogen altijd zelf vragen naar een voor hen gekend geneesmiddel. Dat wil zeggen dat zij mogen vragen of een bepaald geneesmiddel tijdens het aanbod beschikbaar is. Je kan daar als medebegeleider positief of negatief op antwoorden, waarna de begeleider de medicatie zelf al dan niet kan innemen. Dat doet die op eigen verantwoordelijkheid. Op eigen initiatief medicatie toedienen aan een zieke medebegeleider kan en mag uiteraard niet.
Voor minderjarige begeleiding geldt deze regel niet. Bij hen is toestemming van een ouder of voogd noodzakelijk.
Wat als een kind weigert om bepaalde medicijnen in te nemen tijdens het aanbod? Hoe kan je daar het best op reageren?
Als kinderen tijdens het aanbod medicatie moeten innemen, kan dat enkel als volgt gebeuren:
- Ofwel nemen kinderen de medicatie ook thuis en moeten ze die tijdens het kamp gewoon verder nemen, bijvoorbeeld Rilatine®, een antibioticakuur, enz. In dat geval mag je relatief weinig problemen verwachten: kinderen zijn dit al min of meer gewoon.
- Het kan ook zijn dat medicatie moet worden toegediend tijdens het aanbod nadat het kind daar ziek werd. In dat geval gebeurt dat steeds op voorschrift en na instructies van een arts. Motiveer het kind, en leg uit waarom het belangrijk is dat bepaalde medicatie wordt genomen. Leg de voordelen uit. Laat het kind hun medicatie op een zo comfortabel mogelijke manier nemen: op een rustige plaats, zonder aanwezigheid van de andere deelnemers, enz.
Zijn minderjarige begeleiders ook bevoegd om medicijnen te geven?
Daar kunnen we geen eenduidig antwoord op geven.
Om eventuele problemen of onduidelijkheden te vermijden, raden we aan om de toediening van medicatie te laten uitvoeren door een meerderjarige begeleider, bijvoorbeeld de hoofdbegeleiding of de medische verantwoordelijke van het aanbod.
Vanaf welke leeftijd mag het kind de medicijnen zelf bijhouden?
Daar staat geen minimumleeftijd op. Jonge kinderen kunnen in staat zijn zelf hun medicatie bij te houden. We adviseren om medicatie zoveel mogelijk centraal te verzamelen op een aanbod. Als iemand verantwoordelijk is voor de toediening ervan, is men zeker dat de medicatie effectief werd gegeven (en is het niet vergeten door het kind). Enkel bij expliciete verklaring van de ouders kan het minderjarige zelf zijn/haar medicatie bijhouden.
Volstaat een mondelinge (bv via telefoon) toestemming van de ouders of huisarts om medicatie toe te dienen?
In beide gevallen is het antwoord nee.
We raden aan steeds een schriftelijke toestemming te vragen. In de praktijk, tijdens het aanbod bijvoorbeeld, is dat echter niet altijd evident. Daarom raden we aan om steeds bij een arts langs te gaan, en vervolgens de ouders in te lichten.
Wat met medische handelingen?
Soms hebben deelnemers extra medische zorgen die vragen om medische handelingen zoals het plaatsen van spuitjes, het verzorgen van wonde, toedienen van sondevoeding, enz.
Dit komt enerzijds voor bij groepen met deelnemers met bijzondere zorgen, maar evengoed zijn er heel wat groepen waarbij kinderen deelnemen met bv. diabetes of die bv. voor een kamp ten val kwamen en daarbij een grote wonde en/of hechtingen kregen die extra verzorging vragen.
Wie voert de handelingen uit?
Je mag als begeleiding geen medische handelingen uitvoeren zoals hierboven omschreven. Je kan aansprakelijk worden gesteld als er iets mis gaat dus vermijd deze situaties en maak goede afspraken met ouders of voogden over extra zorghulp op kamp.
Er zijn een aantal opties:
Dokter of verpleegkundige (in opleiding) op aanbod
Heb je een dokter of verpleegkundige in de begeleidersploeg of kookploeg/ondersteuningsploeg? Dan kan deze persoon de handeling uitvoeren.
Heb je in de begeleidersploeg, kookploeg of ondersteuningsploeg een arts of verpleegkundige in opleiding? Dan kan deze een attest vragen via diens onderwijsinstelling. Met dit attest kunnen ze een beperkt aantal zorgkundige of verpleegkundige handelingen uitoefenen. Opgelet de taken die men kan uitvoeren zijn afhankelijk van de studie die men volgt en de fase van de opleiding.
Thuisverpleging op je aanbod
Vraag de ouders/voogd van de betrokken deelnemer om thuisverpleging aan te vragen ter plaatse. Raad ouders aan om een thuisverpleegkundige te zoeken in de buurt van de locatie van het aanbod.
Mantelzorgattest
Dit is een uitzondering op de wet: mantelzorgers mogen ook zonder medische scholing bepaalde verpleegkundige handelingen uitvoeren bij chronisch zieke mensen.
Dit kan handig zijn voor leden met een broer of zus die ook aanwezig is op het aanbod en zo een attest hebben. Of voor iemand anders uit de directe (privé)omgeving van de deelnemer.
Let op: Ondanks een mantelzorgattest ben je nog steeds aansprakelijk. Moest er toch iets mislopen, ben jij verantwoordelijk. Daarnaast is het ook een hele verantwoordelijkheid. Denk goed na voordat je een mantelzorgattest aanvraagt bij een arts.
Vraag eerder na bij een ouder/voogd of iemand uit de directe omgeving van de persoon mantelzorger is, maar ga zeker niet enkel en alleen in functie van het aanbod een attest aanvragen.
Enkele uitzonderingen
Hoewel medische handelingen dus enkel door ‘bevoegde personen’ kunnen worden uitgevoerd zijn er hierop ook enkele uitzonderingen:
- Een diabetespatiënt mag zich uiteraard zelf (insuline) inspuiten. Dat wordt die persoon aangeleerd.
- Een uitzondering voor inspuiting bij een noodgeval: diabetespatiënten hebben soms een spuit met suikeroplossing bij zich (glucagonkit) en patiënten die een allergie hebben (bijvoorbeeld patiënten die hyperallergisch zijn voor insectensteken) bewaren vaak een ‘noodspuit’ met een antiallergisch product bij zich. Die inspuitingen mogen worden toegediend door eender wie, als een noodsituatie dit vereist.